woensdag 3 november 2010

Opsommingen Hoofdstuk 1 Paragraaf 2 tm 16 + Theorie van Ullmann

1.3 Globalisering van de wereldeconomie: de oorzaken
De belangrijkste aanjagers van het globaliseringsproces:
- het wegvallen van handelsbelemmeringen.
- de snelle ontwikkeling van transport- en communicatietechnologie.
- de internationalisering van bedrijven.
Belangrijke ontwikkelingen in de transport-/informatie-/communicatietechnologie:
- reis- en vervoerstijden zijn spectaculair gedaald, alles verloopt sneller.
- transport en communicatie zijn goedkoper geworden, vooral door de toenemende capaciteiten van schepen en vliegtuigen en de komst van containers.
- de infrastructuur rond transport en dataverkeer (wegen, havens, vliegvelden en telecommunicatie) is enorm verbeterd.
De theorie van Ullmann:
- complementariteit.
- transporteerbaarheid.
- er mogen geen tussenliggende mogelijkheden zijn.

1.6 Globalisering: cultureel bekeken
De verspreiding van cultuurelementen vindt op drie schaalniveaus plaats:
- mondiaal
- tussen landen
- binnen landen
De redenen waarom er niet zo snel een wereldcultuur zal ontstaan:
- de overname van westerse (vooral Amerikaanse) cultuurelementen beperkt zich vooral op materiële zaken. De diepere, immateriële elementen van een cultuur zoals waarden en normen worden veel minder snel overgenomen.
- westerse cultuurelementen worden in een niet-westerse cultuur vaak alleen door de bovenlaag van de bevolking overgenomen.
- de westerse wereld staat ook onder invloed van de niet-westerse culturen.
- lokalisering (de lokale en regionale culturen vullen de invloeden van buitenaf steeds weer op een andere manier in).

1.12 Cultuurverandering in India en Groot-Brittannië
Krachten die India bij elkaar houden:
- het hindoeïsme is een levenswijze die eerder gericht is op verzoening dan op polarisatie.
- India is een democratisch land met een gedecentraliseerd bestuur.
- Verbindingen en communicatie in India zijn goed ontwikkeld.

1.15 Patronen van de landbouw in de EU
Welk soort landbouw op welke locatie winstgevend is werd eeuwenlang sterk bepaald dor twee locatiefactoren:
- de natuurlijke omstandigheden van een gebied.
- de nabijheid van de afzetmarkt.
Er zijn vier nieuwe ontwikkelingen gaande in de landbouw, die de locatiefactoren sterk beïnvloeden:
- in de niet-grondgebonden landbouw zijn de natuurlijke omstandigheden steeds minder van belang.
- kwetsbare gebieden worden bedreigd door te intensieve landbouw.
- modernisering van transport.
- de grondprijs in de buurt van steden is enorm gestegen.
Het landbouwbeleid van de EU heeft altijd drie uitgangspunten gekend:
- de consument moet gezonde levensmiddelen tegen betaalbare prijzen kunnen kopen.
- de boeren moeten een redelijk inkomen kunnen verdienen.
de boeren in regio’s met moeilijke omstandigheden moeten extra gesteund worden.

1.16 Veranderingsprocessen in de EU-landbouw
De vier factoren die bijdragen aan dat de duurzame productiewijzen en het platteland als geheel nu meer aandacht krijgen:
- de nadelen van de intensieve landbouw worden zichtbaar.
- de kosten van landbouwsubsidies rijzen de pan uit.
- de liberalisering van de handel die de WTO heeft bereikt, leidt tot grotere concurrentie voor de boeren in de EU.
- door de toegenomen welvaart neemt de vraag van de bevolking naar recreatiemogelijkheden toe.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten